Heb je last van vermoeidheid, lusteloosheid, concentratieproblemen, stress, prikkelbaarheid, fysieke en/of depressieve klachten? Tegenwoordig heeft maar liefst zo’n 20% van de Nederlandse beroepsbevolking burn-outklachten. Maar is dit altijd het gevolg van te veel stress of overbelasting? Dezelfde symptomen kunnen namelijk óók het gevolg zijn van te weinig uitdaging en verveling. In dat geval spreken we van een bore-out, het minder bekende zusje van de burn-out. Denk bijvoorbeeld aan een baan waarbij je je creativiteit niet kunt of mag inzetten, niet buiten de gestelde kaders mag denken, geen volle verantwoordelijkheid draagt of niet zelfstandig of autonoom bent. De omstandigheden die leiden tot een of andere vorm van ‘out’ zijn voor iedereen anders, en dat maakt het soms lastig om deze te voorkomen of te herkennen.
Gelukkig is de kerntalentenanalyse een concrete tool om binnen je eigen profiel – of die van je werknemers – de risico’s voor burn- en bore-out te herkennen:
- Burn-out ontstaat als je te vaak en te lang je kleine kerntalenten moet inzetten en/of boven je eigen intellectuele niveau moet presteren.
- Bore-out ontstaat als je te vaak en te lang je sterke kerntalenten niet kunt of mag inzetten, en/of te lang presteert onder je intellectuele niveau.
Het uitleven van je sterke kerntalenten geeft je energie. Als je dat kunt doen in je baan, ervaar je werken als plezierig, waardevol en zinvol. Zo niet, raak je uitgeblust. Maar, als je veel sterke kerntalenten hebt, kan dit best een uitdaging zijn. Wat dit precies betekent in de praktijk, laat ik graag zien aan de hand van het praktijkvoorbeeld van Peter.
Op de middelbare school kreeg Peter complimenten dat hij goed kon tekenen en aansluitend ging hij naar de grafische school. Omdat daar ook zijn technische talenten werden opgemerkt, koos het voor de richting DTP: desk top publishing. Als DTP’er werk je door ontwerpers gemaakte ideeën en concepten uit voor drukwerk en online gebruik. Ook maak je drukbestanden productieklaar, zoals boeken en tijdschriften. Na zijn opleiding werkte Peter vijfentwintig jaar als DTP’er: eerst in loondienst, daarna als ZZP’er en later voornamelijk als freelancer bij grote bedrijven.

De laatste jaren deed Peter dat met steeds minder plezier en op een gegeven moment zelfs met tegenzin. Hij kwam altijd moe thuis en wilde niets anders dan op apathisch de bank ploffen en middelmatige series kijken. Of juist veel consumeren: uit eten, op vakantie, dingen kopen. Af en toe hoorde hij een heel zacht fluisterend innerlijk stemmetje: ‘Waar ben je nu eigenlijk mee bezig? Is dit wel wat je wilt?’, maar hij schonk er gaan aandacht aan. Pas toen de innerlijke stem hard ging schreeuwen ‘Stop nu waar je mee bezig bent! Je moet NU hier weg!’ Kon hij niet anders dan per direct alles uit zijn handen laten vallen op kantoor en naar huis gaan. Peter dacht dat hij in een burn-out was beland. Met een periode van rust en afstand tot werk zou het wel weer goed komen.
Voordat hij omviel werkte Peter aan presentaties, productverpakkingen en grafische uitingen van winkelproducten. Ook moest hij geregeld orde scheppen in de chaos. Bij dit werk gebruikte hij met name zijn sterke kerntalent ‘technische creativiteit’ en zijn halve kerntalenten ‘esthetische creativiteit’ en ‘ordening’. Halve kerntalenten kosten geen energie, maar leveren dit ook niet op. Het is opvallend dat hij deze laatste twee kerntalenten half heeft, want bij een DTP’er zou je ‘esthetische creativiteit’ en ‘ordening’ juist sterk verwachten. Peter heeft best gevoel voor esthetiek en een goed oog voor nauwkeurige details, maar bij hem zijn dit goed ontwikkelde competenties en géén sterke kerntalenten: hij krijgt er geen energie van. Naast ‘technische creativiteit’ kon Peter ook nog wel zijn sterkte kerntalenten ‘transpositie-empathie’ en ‘teamplay in los verband’ uiten in zijn werk, maar uiteindelijk bleven al die jaren maar liefst negen van zijn twaalf sterkte kerntalenten onaangesproken. Van al zijn sterke kerntalenten zou hij er toch zeker negen dagelijks moeten uitleven in zijn werk om voldoening van te ervaren. Drie is dus echt te weinig.
In zijn privéleven deed Peter ook niets met die andere sterke kerntalenten. Maar tijdens de veronderstelde burn-out ontstond er na een tijdje ruimte en behoefte om iets met die overige kerntalenten te doen. Hij ging een opleiding muziekproductie doen, dit stimuleerde zijn sterke mentale creativiteit. Ook ging hij part-time in een restaurant werken, waardoor zijn sterke kerntalenten ‘verkoop en overtuiging’ en ‘show en entertainment’ opbloeiden. Hierdoor kwam hij letterlijk weer in beweging en voelde hij zich al snel een stuk energieker. Ook toen hij het DTP-werk weer had opgepakt naast deze activiteiten, ging het eigenlijk heel goed met Peter. Wat hij toen nog niet wist, was dat het in deze periode juist goed ging omdat hij al die andere dingen erbij deed: hij leefde nu meer sterke kerntalenten uit dan eerst.
Maar op een gegeven moment was de muziekopleiding afgerond, en het horeca-nachtwerk bleek toch best zwaar voor iemand die tegen de vijftig loopt. Peter besloot hiermee te stoppen en weer uitsluitend te gaan werken als DTP’er, deze keer als freelancer bij een groot electronicamerk. Hij had weer volop energie, dus de veronderstelde burn-out zou wel voorbij zijn. Maar twee jaar later bevond hij zich weer op exact hetzelfde punt: totaal uitgeblust, lusteloos en gedemotiveerd. Hij werkte maximaal 24 uur per week en van stress en overbelasting was echt geen sprake. Van een burn-out dus ook niet, er moest iets anders aan de hand zijn.
In deze periode deed Peter een kerntalentenanalyse. Toen viel eindelijk het kwartje dat hij helemaal geen burn-out had, het was overduidelijk een bore-out. Het werd duidelijk dat hij twee sterke rationele kerntalenten heeft die hij niet kon inzetten in zijn werk: ‘structuur en tactiek’ en ‘strategisch inzicht’. Hij zag ineens waar hij altijd zo tegenaan liep in zijn werk, namelijk dat hij veel stappen vooruitdenkt en in een vroegtijdig stadium al ziet aankomen wat de struikelblokken zullen zijn binnen een project. Met als gevolg dat hij buiten zijn functie om problemen ging oplossen, nog voordat anderen doorhadden dat er überhaupt een probleem was. Dit was enorm frustrerend voor hem, want het liefst wilde hij dat de projectleiders anticipeerden op deze mogelijke problemen door het werk anders te organiseren. Deze sterke rationale kerntalenten maken iemand in potentie tot een respectievelijk goede manager of directeur. Maar als je een organisatie binnenkomt als freelancer op laag operationeel niveau, zit je bepaald niet in de positie om invloed uit te oefenen op management- of directieniveau. Voor iemand met sterke rationele kerntalenten is dat een bekend recept voor de bore-out.
De kerntalentenanalyse gaf Peter veel inzicht waarom het is gegaan zoals het is gegaan. Eén ding wist hij zeker: hij wilde definitief niet meer aan het werk als DTP’er. Maar wat dan wel? Door vrijwilligerswerk te gaan doen als kok en klusser kwam hij erachter dat het helemaal niet bij hem past om elke dag achter een bureau te zitten. In plaats daarvan wil hij met zijn handen werken en fysiek bezig zijn. Niet lang daarna besloot hij om als ZZP’er een klusbedrijf te starten. Hier kan hij doen wat hij op dit moment het liefste doet: op een tactiele manier en op korte termijn praktische problemen oplossen. Daarnaast krijgt hij nu ook de kans om nieuwe dingen uit te proberen, autonomer te werken en meer invloed uit te oefenen op het hele werkproces: van strategisch tot tactisch tot operationeel.

Dit doet hij met zijn sterke kerntalenten ‘initiatief nemen’ ‘strategisch inzicht’, ‘structuur en tactiek’ en ‘nuttige creativiteit’. In het contact met klanten komen de ‘transpositie-empathie’ en ‘verkoop en overtuiging’ van pas. Bij het in de praktijk leren van dit nieuwe vak kan hij ook eindelijk weer zijn twee sterke kerntalenten ‘kennisverwerving in de breedte én de diepte’ inzetten, iets wat hij al heel lang niet meer had gedaan op het gebied van werk. En af en toe werkt hij samen met een collega, dus ook ‘teamplay in los verband’ wordt hier aangesproken.
Dat Peter nu in zijn werk negen sterke kerntalenten kan inzetten in plaats van drie, maakt een wereld van verschil. Het klussen is weliswaar fysiek veel zwaarder dan computerwerk, maar hij wat hij nu doet geeft hem meer energie. Naast vier dagen kluswerk maakt hij nu ook bewust tijd vrij om met muziekproductie bezig te zijn, en af en toe doet hij een deejay-optreden tijdens een feestje. Hiermee krijgen de kerntalenten ‘mentale creativiteit’ en ‘show- en entertainment’ ook weer een plek. Zijn leven is nu veel meer in balans en er is ruimte ontstaan om ook buiten werk nog dingen te ondernemen. Voor de toekomst weet Peter wat zijn mogelijke valkuilen zijn voor een bore-out en hoe hij die kan voorkomen.